Een onverwachte vreugde
Vleide zich naast mij neer
Stralende warmte
Waaraan ik mij koester
Een nieuw gevoel voor ons beide
We waren al verbonden
Wie heeft wie gevonden
De afstand geslecht die ons scheidde
Een onverwachte vreugde
Vleide zich naast mij neer
Stralende warmte
Waaraan ik mij koester
Een nieuw gevoel voor ons beide
We waren al verbonden
Wie heeft wie gevonden
De afstand geslecht die ons scheidde
Kom terug
En verdicht mij
Verlicht mij met woorden
Thuis komen
Geef mij zinnen die beminnen
Woorden waarmee ik bouwen kan
Aan ijle overdag dromen
Luchtig in gedachten
Vluchtig voor de avond valt
En het weer uitvliegt
Nu het water aan mijn lippen staat
Ik de aarde niet meer voel
Met mijn voeten
Teken ik kringen
Ringen rond de zon
Steeds grotere tot kracht
Mij laat oprijzen
En ik naar beneden kijk
Zodat ik kan grijpen
Wat ik eerder niet begrijpen kon
De nagloed van je woorden
Branden in mijn huid
Ons verstikkend zwijgen
Ik adem in
Jou laat ik uit.
Ik reik en raak je
Smeed gedachten banden
Doen in deze dagen
Waarin blote handen
de ander zouden willen dragen
Op afstand zij aan zij
Ik denk je dichterbij
De waan los
Van het zinnige zien
Verschoten kleuren
In oplichtend wit
Wetend dat in ieder mens
Een ware kern zit
Zie ik in iedere boom
Een onderliggend bos