Ik voer bij dichte mist de haven binnen
Behoedzaam turend zocht ik jou
Of een contour dat ik vertrouw
Ik hoorde een meeuw, krijsend buiten zinnen
Toen heb ik je blik herkend
Tomeloos diep en sprankelend
Het maakte me broos en wankelend
Heb ik mijn ogen afgewend
In dit lichte stille water
Weet ik nu in blij verdriet
Als je de ander in jezelf ziet
Zal het goed komen later
Heel veel later